De Neef Advocaten op RTL Nieuws over internetveiling
Een zaak van onze vastgoedspecialist Mr. Monique Uphus heeft het landelijke nieuws gehaald.
Onze klant had meegeboden op een internetveiling, waarin een winkelpand vrijwillig werd geveild. Na een paar keer bieden haakte onze klant af omdat hij niet hoger dan € 349.999,99 wilde bieden. De veiling werd afgesloten en degene die het hoogste bod had uitgebracht had de veilig gewonnen. Tot zijn grote verbazing kreeg onze klant een paar dagen bericht dat hij werd verplicht om het pand alsnog af te nemen.
De verkoper baseerde zijn claim op de voorwaarden van de internetveiling, waarin staat dat een bieder zijn bod onvoorwaardelijk en onherroepelijk uitbrengt. Je zou denken dat het bod blijft gelden totdat er een hoger bod wordt uitgebracht, maar ingevolge die veilingvoorwaarden blijft het bod staan tot na sluiting van de veiling. De verkoper heeft dan 5 werkdagen om een kredietwaardigheidsonderzoek naar de hoogste bieder doen.
Volgens het veilinghuis had de verkoper het winkelpand na onderzoek niet aan de hoogste bieder gegund. Op de vraag van onze klant waarom er niet aan de hoogste bieder was gegund werd afwijzend gereageerd. Desgevraagd kreeg hij geen (geanonimiseerde) kopie van het onderzoeksrapport naar de kredietwaardigheid van de hoogste bieder. Daar zat dus een luchtje aan.
Omdat onze klant pas wilde afnemen als hem openheid van zaken werd verschaft, is de verkoper een bodemprocedure bij de rechtbank gestart om de klant tot afname te dwingen. Tijdens die rechtszaak bleek dat de verkoper zelf had zitten meebieden en dat hij zelf de hoogste bieder was. Niet omdat hij het pand van zichzelf wilde kopen (wat niet kan) maar om de prijs kunstmatig op te drijven. Onze klant wist dat niet en omdat er geen notaris was ingeschakeld, was er geen controle op het verloop van de veiling, de persoon van de hoogste bieder en op het kredietwaardigheidsonderzoek.
Namens de klant hebben we gesteld dat hij zijn biedingen niet had willen uitbrengen als hij had geweten dat er slechts één tegenbieder was, namelijk de verkoper zelf de prijs zat op te drijven. Het beroep van de verkoper op de veilingvoorwaarde dat de bieder vast zat aan zijn bod omdat hij dit onvoorwaardelijk en onherroepelijk had uitgebracht, was onredelijk. De rechtbank oordeelde dat de prijs niet het resultaat van marktwerking was, maar van manipulatie waar de koper geen weet van had en dat ook niet gecontroleerd werd. Onder deze omstandigheden was het onaanvaardbaar dat de verkoper onze klant aan zijn afnameplicht hield. Op deze gronden wees de rechtbank de vorderingen van de verkoper af en veroordeelde hem in de proceskosten.
De verkoper was het daar niet mee eens en ging bij het gerechtshof Den Haag in hoger beroep. Daar veranderde hij zijn eis: in plaats van afname wilde hij ongeveer € 27.500 schadevergoeding omdat hij het pand inmiddels voor een lager bedrag aan een derde had verkocht en nog doorlopende kosten had gehad. Ook het Hof vond dat de handelwijze van de verkoper niet door de beugel kon en wees zijn vordering af. De verkoper moest ook nog eens € 25.000 aan onze klant betalen voor de door hem gemaakte kosten.
Het RTL Nieuws-bericht leest u hier: https://bit.ly/3mspK8m. De uitspraak van het gerechtshof leest u hier: https://bit.ly/2WIaT0X.