Alle werkgevers in Nederland moeten hun medewerkers een minimum salaris betalen: het minimumloon. Maar aan welke medewerkers moet je het minimumloon eigenlijk betalen? Wat betekent de introductie van het minimumuurloon in 2024? En hoe hoog is het minimumloon? Randstad Oud-Beijerland geeft je graag een antwoord op deze en andere vragen over het minimumloon.
Alles wat je moet weten over het minimumloon
Wat is het wettelijk minimumloon?
Het wettelijk minimumloon is het salaris dat jij, als werkgever, minimaal aan je medewerkers moet betalen. Dat staat in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML).
Het minimumloon wordt aangegeven als loon per maand, per week of per uur. Dit is altijd een brutobedrag, dus zonder inhouding van de loonheffingen.
Je medewerkers vanaf 21 jaar hebben recht op het volledige minimumloon en je jongere medewerkers (vanaf 15 jaar) op een percentage daarvan (het minimumjeugdloon).
In principe gaan de bedragen ieder half jaar omhoog. Ook per 1 januari 2024 stijgt het minimum(jeugd)loon weer.
Hoe hoog is het minimumloon?
Op 1 januari 2024 wordt het wettelijk minimumuurloon ingevoerd. Dat is het brutominimumloon per uur. Daarom verdwijnen vanaf 2024 de vaste minimum maand-, week- en daglonen.
Per 1 januari 2024
Per 1 januari 2024 hebben werknemers recht op het volgende minimumloon per uur (bruto):
- 21 jaar en ouder € 13,27
- 20 jaar € 10,62
- 19 jaar € 7,96
- 18 jaar € 6,64
- 17 jaar € 5,24
- 16 jaar € 4,58
- 15 jaar € 3,98
Let erop dat je ook vakantiebijslag (8% over het loon) moet betalen. De hoogte van het minimumloon wordt in principe twee keer per jaar – op 1 januari en op 1 juli – door het ministerie van SZW vastgesteld.
Voor wie geldt het minimumloon?
Al je medewerkers die werken op basis van een vaste of tijdelijke arbeidsovereenkomst hebben recht op (ten minste) het minimumloon. Dat geldt ook voor je medewerkers met een flexibel contract, zoals vakantiekrachten, uitzendkrachten, thuiswerkers en oproepkrachten. En ook buitenlandse werknemers en opdrachtnemers die bij jouw bedrijf werken, hebben recht op een minimumsalaris.
Werk je als opdrachtgever samen met aannemers of onderaannemers? Dan ben je volgens de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) aansprakelijk als de (onder)aannemer niet minimaal het cao-loon of het minimumloon aan zijn werknemers betaalt.
Je bent, als werkgever, ook verplicht het wettelijk minimumloon te betalen voor stukloon en meerwerk. Het minimumloon geldt niet voor stagiaires en medewerkers die in het buitenland werken en wonen.
Wat betekent de introductie van het minimumuurloon?
Per 1 januari 2024 ben je als werkgever verplicht om je medewerkers per uur minimaal het minimumuurloon te betalen. Voor iedere medewerker van 21 jaar en ouder geldt dan een vast minimumuurloon. Voor je medewerkers van 20 jaar en jonger gelden per 1 januari 2024 ook vaste minimumuurlonen: de minimumjeugduurlonen.
Tot en met 31 december 2023 kunnen de minimumlonen per uur nog verschillen. Dat komt omdat niet iedere fulltime werkweek even lang duurt. Een medewerker die 40 uur per week werkt, heeft daardoor een lager minimumuurloon dan iemand die 36 uur per week werkt.
Door de introductie van het wettelijk verplichte minimumuurloon gaan mensen die een 38-urig contract hebben er ongeveer 5% op vooruit. Wie 40 uur per week werkt, krijgt 10% meer loon.
Cao-loon
Als er een collectieve arbeidsovereenkomst (cao)(*) geldt voor jouw bedrijf of bedrijfstak, ben je verplicht deze cao te volgen. De afspraken in de cao zijn meestal gunstiger voor je medewerkers dan de afspraken die in de wet staan; er wordt vaak een hoger loon afgesproken dan het minimumloon. In de cao mag namelijk nooit een lager loon staan dan het minimumloon.
Tip: hoe kun je besparen op loonkosten?
Er zijn verschillende subsidies en tegemoetkomingen waarop je als werkgever aanspraak kunt maken om je loonkosten te verlagen. Bijvoorbeeld als je iemand aanneemt die ouder is dan 56 jaar of die onder de doelgroep banenafspraak valt. Voorbeelden van zulke voorzieningen zijn het loonkostenvoordeel (LKV), lage-inkomensvoordeel (LIV) en loonkostensubsidie.
Kijk op Ondernemersplein.nl voor een overzicht van alle regelingen.
Alles over de thuiswerk-en reiskostenvergoeding.
Je bent als werkgever niet verplicht om een reiskosten en/of thuiswerkvergoeding aan je medewerkers te betalen. Doe je dat wel, dan kun je dat onder voorwaarden onbelast doen
Werkkostenregeling
De onbelaste reiskosten- en thuiswerkvergoeding vallen onder de werkkostenregeling. Door deze regeling kunnen werkgevers bepaalde kosten voor hun medewerkers zonder inhouding van loonheffingen uitbetalen.
Ook voor het inrichten van een thuiswerkplek mag je een onbelaste vergoeding geven. Via de gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling kun je de kosten voor bijvoorbeeld een computer of bureaustoel vergoeden.
Vaste vergoeding: 128-dagenregeling
Wil je als werkgever een vaste onbelaste thuiswerkvergoeding en/of reiskostenvergoeding geven, dan moet je rekening houden met de 128-dagenregeling. De wettelijke regeling zegt dat een medewerker die in een kalenderjaar op ten minste 128 dagen naar een vaste werkplaats reist, een vergoeding mag ontvangen op basis van 214 dagen. Dit geldt voor vijf reisdagen. Reist je medewerker minder dagen, dan moet je de vergoeding naar rato berekenen. De 128-dagenregeling geldt ook ten aanzien van de thuiswerkvergoeding. In dat geval moet wel schriftelijk worden vastgelegd voor welke dagen op jaarbasis de thuiswerkvergoeding wordt verstrekt.
Met deze methode heb je als werkgever minder administratieve lasten en hoef je geen correctie te doen als je medewerker incidenteel thuis werkt, ziek is of met verlof gaat.
Reiskostenvergoeding
Per 1 januari 2024 gaat de onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer omhoog van € 0,21 naar € 0,23 per kilometer.
Voor de vaste reiskostenvergoeding kun je de 128-dagenregeling toepassen. Dat betekent dat je je medewerkers die voltijds werken een vaste reiskostenvergoeding mag geven die gebaseerd is op 214 dagen, als zij in dat jaar op minimaal 128 dagen daadwerkelijk naar kantoor reizen. Voor parttime medewerkers bereken je de maximale vaste reiskostenvergoeding pro rata.
Thuiswerkvergoeding
De onbelaste thuiswerkvergoeding bedraagt in 2023 € 2,15 per thuisgewerkte dag. Naar verwachting gaat deze per 1 januari 2024 omhoog, omdat het bedrag wordt aangepast aan de inflatie. De hoogte van deze vergoeding wordt in december 2023 bekendgemaakt. Van de thuiswerkvergoeding kunnen je medewerkers de extra kosten betalen, die het thuiswerken met zich meebrengt. Denk aan water, elektriciteit, verwarming, koffie, thee en toiletpapier. Jij hoeft als werkgever geen loonheffingen te betalen over deze thuiswerkvergoeding.
Je kunt aan medewerkers die regelmatig thuiswerken een vaste thuiswerkvergoeding betalen (zie de 128-dagenregeling). De berekening van de vaste thuiswerkvergoeding gebeurt op dezelfde manier als voor vaste reiskostenvergoedingen.
Waar vind je meer informatie?
In de Randstad werkpocket vind je alle informatie over de laatste stand van zaken op het gebied van wetten en regels rond arbeidszaken.
https://www.randstad.nl/werkgevers/werkpocket
Randstad Oud-Beijerland
Tefeloon: 0186-606630
Website: www.randstad.nl/oud-beijerland
E-mail: randstad.hoekschewaard@nl.randstad.com